Het zal in 1996 geweest zijn dat ik een quote las van Frank Williams. Het moet iets geweest zijn als dit: âIâve got to see him, such an exceptional athleteâ. Frank had het niet over een coureur maar over Michael Johnson, de Amerikaanse topatleet. Johnson was te gast bij de Belgische Grand Prix van dat jaar en Frank, als voormalig hardloper, was vol bewondering over de toenmalige Olympisch kampioen op de 400 meter. De twee hebben geruime tijd met elkaar gesproken en ik weet haast wel zeker dat het niet over de Formule 1 ging. Williams wilde alles weten over Johnson, over de sport waar hij van hield en waar hij toen al 11 jaar niet meer aan kon deelnemen.
Op twitter kwam ik een bericht tegen van Johnson, naar aanleiding van het nieuws van Frank Williams’ overlijden: âGreat man, a legend, a pioneer and also a lover of track and fieldâ. De Amerikaan was de conversatie van 24 jaar geleden dus duidelijk niet vergeten. En Frank Williams was, ondanks zijn conditie, tot het einde van zijn tijd een ârunnerâ gebleven.
In de jaren â70 werd over dat hardlopen vaak spottend opgemerkt dat de eigenaar van Williams Racing Cars weer eens op de vlucht was voor zijn schuldeisers wanneer Frank weer eens de loopschoenen had aangedaan om te gaan trainen. Twijfelachtig of dat waar was maar de Engelsman was in elk geval zeer competitief van aard. Wellicht liep hij ook zoveel om wat prijzengeld binnen te harken om in zijn team te steken.
Ergens denk ik dat Frank Williams gewoon verzot was op competitie. Als coureur was hij bepaald geen hoogvlieger en hij bedacht al snel dat hij het beste tot zijn recht kwam aan de andere kant van de pitmuur. In die positie ben je, om te kunnen winnen, toch voornamelijk afhankelijk van anderen. Met het hardlopen stilde hij zijn persoonlijke honger naar competitie, met hardlopen was alleen hij verantwoordelijk voor de prestatie.
Het is dan ook een tragisch feit dat het hardlopen in zekere zin zijn lot heeft bepaald. Het was vanwege het hardlopen dat hij in het voorjaar van 1986 in de Ford Sierra huurauto stapte om van Le Castellet naar het vliegveld van Marseille te gaan want de volgende dag zou hij een halve marathon in Engeland lopen en Frank wilde met de besten mee. Om in elk geval weer te winnen van zichzelf en een nieuw PR bij te kunnen schrijven.
We weten allemaal hoe het is gegaan. Dat PR kwam er niet en zou ook nooit meer komen. Maar Frank sloeg zich door alle pijn heen, zette zich over de onmogelijkheden van zijn lot heen en stortte zich op zijn team; zijn laatste mogelijkheid op een competitief leven. Misschien afhankelijk van anderen maar zie dat maar als een uitdaging.
Wellicht dat dat de reden is dat Frank Williams zich gemakkelijk ontdeed van de topcoureurs die voor hem reden: Mansell en Hill werden als respectievelijk wereldkampioen en aankomend wereldkampioen genadeloos aan de kant gezet omdat Frank en zijn trouwe vriend en ontwerper van dienst, Patrick Head, meer toekomst zagen in anderen. Clay Regazzoni, die de eerste winnaar werd voor Frank, werd zonder pardon ontslagen omdat Carlos Reuttemann beschikbaar kwam. Nelson Piquet, of eigenlijk Honda, had redelijk wat noten op zijn zang die volgens Frank niets te maken hadden met sneller worden en werd niet tegengehouden op zijn weg naar de uitgang.
Zoals Frank Williams omging met coureurs, zo ging hij ook om met geld: alles voor de snelheid. Frank Dernie daarover: âWhen we had an idea to make the car quicker the money was immediately found, but if you wanted to do some cosmetics to the car he said: âSorry mate, havenât got any quidââ. Er werd enkel geĂŻnvesteerd in esthetische schoonheid om nog meer ontwikkelingsgeld los te krijgen. De March 771, die achteraf een opgelapte 741 bleek te zijn, was leverde meer op als showmodel dan als racewagen. De potentiĂ«le Arabische sponsors waren zo enthousiast over de in hun kleuren gespoten wagen dat het budget van Williams gelijk verdrievoudigd werd.
En die competitieve geest heeft Williams dan ook geen windeieren gelegd. Na het sappelen in de jaren â60 en â70 kwamen de successen met Alan Jones en Keke Rosberg als wereldkampioen van respectievelijk 1980 en 1982. En na zijn ongeluk gingen de successen door, met Piquet (1987), Mansell (1992), Prost (1993), Hill (1996) en Villeneuve (1997). En er werden ook diverse constructeurskampioenschappen gevierd (80, 81, 86, 87, 92, 93, 94, 96 en 97).
Rond de eeuwwisseling bleek echter dat Frank Williams ook zijn trots had. BMW was inmiddels aan boord als motorleverancier en wilde het team wel overnemen. Maar dat was Franks eer te na, het team was van hem en dat moest zo blijven. Het was zijn link met competitie.
Een andere reden waarom Williams altijd zo competitief was moet gezocht worden in een minder voor de hand liggende hoek: zijn vrouw Virginia.
Virginia Williams heeft altijd onvoorwaardelijk geloofd in Frank. Hoezeer hij ook bespot werd in de jaren â70, ontslagen werd door zijn eerste eigen team en verweten werd een harteloos iemand te zijn. Virginia heeft altijd achter hem gestaan. Ook toen zij, op die verschrikkelijke dag in 1986, âvan het Ă©Ă©n-op-de-andere moment een totaal andere relatie had, een geheel ander levenâ. Samen met Frank, of eigenlijk vooral voor Frank, want die kon het niet meer, zette zij haar schouders eronder om haar man nog een enigszins normaal leven te geven. En dat was niet gemakkelijk voor haar, zoals te lezen was in haar boek âA different kind of lifeâ.
Groot was de schrik van familie en vrienden toen Virginia in 2013 kwam te overlijden. Iedereen had verwacht dat Frank wel eerder zou overlijden dan zijn vrouw. Wie moest Frank nu ondersteunen? Het overlijden van Virginia was een grote klap voor Frank, want zonder dat hij het door had was Virginia zijn belangrijkste steunpilaar. En die was nu weggevallen.
Lichamelijk en ook geestelijk ging het toen al niet zo lekker meer met hem maar zijn vrouw kon hem nog regelmatig bijsturen. Na haar dood gaf Frank in de documentaire âWilliamsâ uit 2017, aan dat hij vaak op de fabriek bleef slapen omdat hij geen reden meer zag om naar huis te gaan, omdat het zonder Virginia geen thuis meer was.
Met het overlijden van Virginia ging ook het Williams team de laatste hoek om. Frank trad terug, zijn dochter Claire deed haar uiterste best om het tij te keren maar kreeg het niet voor elkaar. De gang naar de achterhoede was ingezet, als team dat alleen nog maar op âpay-to-playâ basis op de grid stond, zoals het ook was begonnen in de jaren zeventig.
In september 2020 kwam dan het bericht dat het team was verkocht aan een Amerikaanse investeringsmaatschappij en daarmee was de vertegenwoordiging van Frank Williams in de Formule 1 definitief verleden tijd.
Frank Williams zal herinnerd worden als een man die, zelfs tegen beter weten in, niet van opgeven wilde weten. Zijn artsen zullen dat beamen want hij heeft een bijzonder medisch record op zijn naam staan: Hij was de langst levende persoon ooit met een dwarsleasie bij de vierde wervel.
Patrick Head, zijn vriend en strijdmakker van het eerste uur omschreef hem als volgt:
âHe was competitive, just in everythingââŠâŠ.
Mooi stuk dit